
Introvert, sociaal geremd, gebrek aan empathie, op zichzelf gefixeerd, psychopatisch, asociaal gedrag, mist het vermogen tot samenwerken en Is niet in staat leerstof in zich op te nemen.
Altijd zat hij midden in zijn kamer, in een grote stoel, recht tegenover een oud televisietoestel. Vaak stond het ding aan, maar nooit keek mijn meneer ernaar. In plaats daarvan dommelde hij.
Het hoofd geknakt op de borst.
De bril van de neus gegleden.
Hij had nog een beetje haar.
Ik denk dat ik mijn oude meneer vijf jaar geleden voor het eerst zag zitten. Ik durfde geen halt te houden bij het raam om het interieur uitgebreid te inspecteren. Op de tafel bij het raam stond een blik Haagse Hopjes. Soms lag er ook een rol pepermunt van King. In de vensterbank stond een kleine, gipsen buste van Mozart.
Vijf jaar is lang.
En iedere dag was hetzelfde voor mijn meneer. Hij zat daar maar in die stoel, soms ’s middags om vijf uur al in zijn badstoffen pyjama. Ik vroeg me af wie hem in bed zou stoppen (het bed stond achter in de kamer), en of het liefdevol zou gebeuren. Ik kwam ook wel eens ’s avonds laat uit de stad en dan zat hij nog in zijn stoel, Barend en Van
Dorp waren bezig. Mijn meneer sliep in zijn stoel.
Een paar keer schreef ik op deze plek over het leven van mijn meneer, maar op een dag zag ik op zijn tafel bij het raam een Volkskrant liggen, opengeslagen bij de kruiswoordpuzzel.
Ik besloot toen niet meer over hem te schrijven. In plaats daarvan nam ik me voor hem eens te bezoeken, maar daar is het niet van gekomen.
Links en rechts van hem overleden mensen. De gordijnen van hun kamers waren dan dicht, en twee dagen later weer geopend. Schilders stonden dan de muren te witten voor de volgende bewoners.
Ik vroeg me af of mijn meneer zich bewust was van dit soort ontwikkelingen. Benieuwd naar de buitenwereld was hij al lang niet meer: nooit zag ik hem naar de bedrijvigheid in de Marnixstraat kijken. Hij was vergroeid met zijn stoel, en het dommelen.
Een soort voordood.
Een paar dagen geleden kwam ik terug van een boodschap in de stad en zag ik dat het was gebeurd. Twee mensen waren de spullen van mijn meneer aan het inpakken. Het waren kennissen van hem, zijn enige bezoek ook tijdens al die jaren. Midden in de kamer stonden de verhuisdozen opgestapeld. Het raam stond open en ik sprak even met de kennissen – mijn meneer had Johan Gerrit Mitteltreiner geheten, en van beroep was hij balletdanser geweest.
Dit brak bijna mijn hart.
Een balletdanser die zo aan zijn einde moest komen. Zou hij zich het podium, de geur van de coulissen, de opwinding en spanning in de kleedkamers nog hebben herinnerd? En dan die naam: Mitteltreiner, de naam voor een romanpersonage van Joseph Roth. Mij werd verteld wanneer de crematie was, ik was van harte welkom. Maar ik durfde niet te gaan.
Wel vond ik in deze krant een overlijdensadvertentie. De naam van mijn meneer, en trots daaronder: balletdanser. Geboren in Weesp, in 1915.
Al voor de Tweede Wereldoorlog moet mijn meneer op de planken hebben gestaan. Niet te bevatten, eigenlijk. Want het leven van een danser is per definitie kort. Dat is nu zo, en zal toen ook zo zijn geweest. Bij dertig houdt het op. Maar mijn meneer had toen nog vierenzestig jaar voor de boeg. De laatste jaren zullen het langst hebben geduurd.
Blair: I know you told Serena you love me.
Chuck: Serena heard wrong.
Blair: Last year you told Nate, this year you told Serena. You tell everyone but me, why can't you tell me?
Blair: You can't run, you have to stay here and here it this time. Chuck Bass, I love you. I love you so much it consumes me. I love you and I know you love me too. Tell me you love me and everything we've done, all the gossip and the lies and the hurt will have been for something. Tell me it was for something.
Chuck: Maybe it was, but it's not anymore.
Chuck: You were right. I was a coward running away again, but everywhere I went, you caught up with me. So I had to come back.
Blair: I want to believe you, but I can't. You hurt me too many times.
Chuck: You can believe me this time.
Blair: Oh. That's it?
Chuck: I love you too.
Blair: But can you say it twice? No i'm serious, say it twice!
Chuck: I love you, I love you, that's three, four, I love you.
"Ik verbaas me er ook over, tis lang geleden dat ik zo geschreven heb. En het is evenlang geleden dat iedere gedachte aan iemand telkens weer opnieuw aanvoelt als een cadeautje. Ik weet niet wat het is.. als ik door de stad loop zoals vanmiddag (op zoek naar een gift voor m’n pa) gaan met enige regelmaat mijn gedachten naar je uit en tegelijkertijd lijken dingen meer kleur te hebben dan normaal en een diepere betekenis te hebben. Ik zie de oude gebouwen, voel hun statigheid en voel hun gratie over me reiken. En bij iedere boom denk ik ‘goh, wat ziet die boom er eigenlijk mooi uit’ . En gewoon daarna weer even denken aan jou en hoe je blonde lokken over je gezicht vallen en aan je lach. Okay, Nicole, zeg me, wie denkt er nu bij een boom of bij ieder gebouw ‘goh, dat ziet er mooi uit’, nu vraag ik je.. Dus…, of je hebt geshopt in een of andere voodoo store en zo mijn gedachten in beslag genomen of ik vind je gewoon heel erg leuk.. Sorry, maar ik denk dat ik je maar aansprakelijk moet stellen ;) Want als m'n baas me zo zou horen praten dan zou ie me direct ontslaan denk ik. Weet ook niet of ik er erg blij mee moet zijn, met al die gevoelens en zo, want ik heb -net zoals nu- het idee dat mijn vingers een eigen leven leiden en me dingen doen zeggen die van veel dieper komen dan mijn ratio en wellicht dat ze zelfs puur gevoel zijn… ok, nu ga ik mezelf toespreken, want dit gaat echt de verkeerde kant op.
Okey, ik ga nu pleite en hopelijk niet aan je denken vanavond. Terwijl ik het schrijf heb ik er al geen vertrouwen meer in, maar ik ga het gewoon proberen! En waarschijnlijk kom ik vanavond teleurgesteld thuis omdat ik toch vaak aan je gedacht heb, net zoals ik nu al weet dat jij aan mij hebt gedacht en dat je blij bent met deze mail nog te ontvangen vandaag. “Okey, tsss, waarom denk je dat ik aan jou gedacht hebt dan..” Nou Nicole, some things in life you just know for sure. En we gaan maar niet proberen het te snappen, want wie kan immers verklaren hoe 2 mensen in elkaar kunnen opgaan.
Dus, als je laat thuiskomt en je nog je mail checkt, bevestig m’n gewaagde stelling of zeik hem helemaal af, mag je zelf kiezen. Maar hoe dan ook, ik ga vannacht een goede droom tegemoet, just because you’re in it en ik dank je daarvoor. En misschien gaan we tijdens deze droom wel naar verre oorden, waar we wat drinken in de schaduw op een druk terras en je me lachend een leuke anekdote verteld of gewoon geniet van het moment.. Prima voor vannacht, ja, lijkt me fun... "